Zolang lelietelers niet kunnen aantonen dat het gebruik van pesticiden ongevaarlijk is voor de natuur, moeten ze een natuurvergunning aanvragen, oordeelt de Raad van State.
De provincie Drenthe had een vergunning moeten eisen voor het gebruik van bestrijdingsmiddelen bij de teelt van lelies in de buurt van het Holtingerveld, een Europees beschermd Natura 2000-gebied. Zo oordeelt de Raad van State woensdagochtend, in een zaak tegen die provincie, aangespannen door Milieudefensie.
De uitspraak heeft grote gevolgen voor de lelieteelt. De provincie Drenthe meende dat wanneer een lelieveld op minstens 250 meter afstand van het natuurgebied ligt, dat voldoende waarborg biedt om negatieve gevolgen van pesticiden voor de natuur uit te sluiten. De Raad van State ziet dat anders: die afstand is niet wetenschappelijk onderbouwd.
Negatieve gevolgen
Dat betekent dat iedere lelieteler in Nederland, op welke afstand van een natuurgebied deze ook teelt, voortaan een natuurvergunning nodig heeft.
‘Wanneer onzeker is welke gevolgen een activiteit heeft voor een Natura 2000-gebied’, zo schrijft de Raad van State in een toelichting, ‘maar er wel aanwijzingen zijn voor negatieve gevolgen, is nader onderzoek noodzakelijk. Zolang dat ontbreekt, moet uit voorzorg worden aangenomen dat een natuurvergunning nodig is.’
Insecten en andere beschermde soorten
De Raad schrijft ook: ‘Er is nog veel onbekend over de mogelijke effecten van gewasbeschermingsmiddelen in de lelieteelt voor Natura-200 gebieden. Maar uit wat Milieudefensie in deze zaak naar voren heeft gebracht, wordt wel duidelijk dat er effecten kunnen zijn.’
Er zijn concentraties van meerdere pesticiden gevonden in het Holtingerveld, die mogelijk negatieve gevolgen kunnen hebben voor insecten en andere beschermde soorten. ‘Aan zulke mogelijke negatieve effecten mag niet worden voorbijgegaan’, stelt de Raad.
Lees het hele artikel in de Trouw.