Jarenlang was Meten=Weten een subtopper in de Duurzame 100. De toppositie is een kroon op het werk van de vereniging, zegt juryvoorzitter Hanneke van Ormondt. ‘Ze hebben echt wat aangezwengeld.’

De Duurzame 100 mag dan inmiddels zeventien jaar bestaan, van stilstand is allerminst sprake. Bijna de helft van de initiatieven komt dit jaar nieuw binnen. Acht van de tien categorieën hebben een nieuwe nummer 1 gekregen.

Een allesomvattende trend is daarbij lastig te bespeuren: de Duurzame 100 van 2025 biedt ruimte aan meerdere verhaallijnen. Projecten die duurzaamheid juist koppelen aan armoedebestrijding en de emancipatie van kwetsbare groepen deden het goed. Ook initiatieven die het recht inzetten om maatregelen af te dwingen wanneer de overheid dat nalaat zijn in opkomst, bijvoorbeeld in de vorm van twee collectieven van duurzame advocaten.

Ook de nummer 1 van dit jaar springt in een gat dat de overheid laat vallen. Meten=Weten maakte al jaren met eigen onderzoek duidelijk hoe wijdverspreid bestrijdingsmiddelen in de leefomgeving zijn terug te vinden. “Ze hebben echt iets aangezwengeld”, vindt juryvoorzitter Hanneke van Ormondt. “Pesticiden vind je terug in huisstof, in natuurgebieden en op schoolpleinen. Dat weet nu iedereen.” Die kennis speelde dit jaar bovendien een rol bij enkele baanbrekende uitspraken van rechters over middelengebruik.

Bestrijdingsmiddelen waren groot thema

Vooral in Drenthe, de bakermat van Meten=Weten, groeide de discussie over bestrijdingsmiddelen uit tot een groot thema. Dat was goed terug te zien in de lijst met nominaties. Daarop prijkt ook een nieuwkomer als AARDige Buren, een collectief dat omwonenden ondersteunt bij rechtszaken over pesticiden, maar dat ook via gesprekken met telers en hun buren probeert om juridische stappen te voorkomen. AARDige Buren eindigde op 7 in de categorie gezondheid.

Nieuw dit jaar was verder Gifvrij Westerveld, een initiatief van bezorgde Drentse huisartsen over de gezondheidsschade door bestrijdingsmiddelen uit de bollenteelt. Dat viel net buiten de lijst. Dat gold ook voor het Pesticide Action Network Netherlands (Pan), dat vorig jaar nog wél in de lijst stond. “De hoeveelheid initiatieven laat zien dat het thema leeft”, zegt Van Ormondt. “Meten=Weten is daarbij beloond met de eerste plaats in de lijst, maar dat straalt net zo goed af op de andere collectieven rond dit thema.”

Opvallende nieuwkomers

De jury van de Duurzame 100 bestaat uit twaalf specialisten met verschillende invalshoeken. Zij vergaderen twee middagen over wat er in de lijst met nominaties opvalt. Elk jurylid stuurt vervolgens zelf een beoordeling in: daarbij maakt ieder zijn eigen afwegingen. In die zin is de Duurzame 100-jury nooit unaniem. En zeker dit jaar niet.

“We hadden dit jaar een zeer gemêleerde jury, en dat is juist goed”, zegt Van Ormondt. “Het is mooi om de discussies te zien: ik zit bijvoorbeeld helemaal niet in de sport- en cultuurwereld en ook een deel van de startende ondernemers kende ik nog niet.” Sinds vorig jaar bestaat de Duurzame 100 uit tien verschillende categorieën met elk een eigen top 10. “Dat zorgt voor een bredere lijst.”

Welke opvallende nieuwkomers zijn haar bijgebleven? Transitietaal bijvoorbeeld, het initiatief van taalstrateeg Jens van der Weele om de terminologie van de klimaat- en duurzaamheidsdiscussie onder handen te nemen. Hij spreekt niet over het broeikaseffect, maar over een ‘hete koolstofdeken’ en ziet bijvoorbeeld de ‘plofkip’ van Wakker Dier als een succesvolle voorbeeldterm. “Heel belangrijk”, vindt Van Ormondt. “Juist rechts-populisten spelen vaak met taal en creëren zo sterke beelden. Dat zouden organisaties die zich met klimaat en natuur bezighouden veel meer kunnen doen.”

Dit bericht is op 10/10/25 gepubliceerd in Trouw