AARDige Buren in Berlicum
Een groep AARDige Buren in Berlicum verzet zich tegen een leliebollen verwerkings- en opslagloods in het buitengebied van Sint-Michielsgestel. Ze vrezen dat deze loods de opbrengst van 100 hectare lelies per jaar uit de wijde omgeving gaat verwerken en vrezen voor hun gezondheid.
De ondernemer en teler stelt dat er niets is om je zorgen over te maken, zo zegt hij in een artikel in het Brabants Dagblad, want ‘er wordt met 70 tot wel 85% (de door de teler genoemde percentages veranderen nog wel eens) biologische middelen gespoten’. Met dit argument worden landelijk steeds meer vergunning verstrekkers en beleidsmakers om de tuin geleid door bollentelers. Inmiddels ook in Sint-Michielsgestel!
Hoe werkt dat?
Ten eerste betekent dit nog altijd dat er 15 tot 30% ‘niet -biologische’ middelen worden gebruikt. Lelieteelt kent met 114 kg pesticiden per hectare het hoogste gebruik van alle teeltsoorten in Nederland. Veel andere teelten komen niet boven de 15 kg uit. Dus 15-30% niet biologische middelen, is nog steeds heel veel gif.
En dat gif beperkt zich niet tot de hectaren grond waar de lelies worden geteeld. Onderzoek wees al uit dat er in tuinen en woningen van omwonenden in de omgeving van lelievelden tientallen soorten gifstoffen worden aangetroffen. Ook is aangetoond dat boeren en loonwerkers een grotere kans hebben op neurodegeneratieve aandoeningen (zoals de ziekte van Parkinson) en dat kinderen in de buurt van teelten met veel gif verminderde neurologische gedragsprestaties hebben. En lelieteelt is dan de koning gif onder deze teelten.
Maar goed, deze teler gebruikt voornamelijk biologische middelen, dus er is niets aan de hand?
Jawel, er is zeker meer aan hand. Laat je niet verleiden door ‘biologische middelen’ en lees verder over de zaak in Berlicum: opinieartikel van de Berlicumse AARDige Buren. (Gepubliceerd op 10 mei 2024 in Brabants Dagblad)
De bewoners in Berlicum stuurden samen met de andere bezorgde bewoners in Sint-Michielsgestel op 10 juli 2024 ook een brief naar de gedeputeerden van Noord-Brabant, met daarin een oproep om gangbare bollenteelt niet langer toe te laten, als niet in de gehele provincie, dan wel in een brede zone rond kwetsbare gebieden. Ook riepen zij in de brief op om voldoende brede bufferzones rond kwetsbare gebieden in te stellen waar geen bestrijdingsmiddelen gebruikt mogen worden.