Actueel
Berichten
Provincie Overijssel grijpt niet in bij landbouwgif in grondwaterbeschermingsgebied
In de media
Gebruik van bestrijdingsmiddelen met steeds meer argwaan bekeken
Het wordt steeds duidelijker welke schadelijke gevolgen bestrijdingsmiddelen hebben voor de natuur en onze gezondheid. Parkinson en kanker worden ermee in verband gebracht en dit jaar verbood de rechter op twee plekken het gebruik ervan.
Tot diep in beschermde natuurgebieden komen bestrijdingsmiddelen voor. Dat concludeerde De Vlinderstichting na eigen onderzoek. Het was slechts een opsomming van tien Natura 2000-gebieden en welke bestrijdingsmiddelen daar waren aangetroffen.
Het was dan ook nog maar het begin van een groter onderzoek van De Vlinderstichting naar de gevolgen van bestrijdingsmiddelen. Maar het was wel weer een signaal dat de natuur en bestrijdingsmiddelen met elkaar op gespannen voet leven. En ook de volksgezondheid komt steeds vaker om de hoek kijken.
Zo worden bestrijdingsmiddelen in verband gebracht met ziektes als parkinson en kanker. “Het is duidelijk dat bij het binnenkrijgen van een bepaalde hoeveelheid pesticiden dat parkinson kan veroorzaken”, weet Teus van Laar, neuroloog bij het UMC Groningen. Ook huisartsen die op plekken werken waar veel met bestrijdingsmiddelen wordt gewerkt, zien meer gevallen van parkinson, vertelden ze in meerdere media.
Bij Franse wijnboeren is parkinson een bekende ziekte en deze zomer concludeerden Italiaanse onderzoekers dat ratten vaker kanker krijgen als ze meer van de onkruidbestrijder glyfosaat binnenkrijgen. Als uit verder onderzoek inderdaad blijkt dat glyfosaat kanker kan veroorzaken, dan moet het gebruik ervan direct verboden worden, stelde de Land- en Tuinbouworganisatie Nederland (LTO).
Maar het is lastig te bepalen welke hoeveelheid het gebruik van pesticiden wel geoorloofd maakt, zegt Van Laar. “Elk individu reageert er ook anders op. Net als met roken.”
“Als je heel voorzichtig bent, gebruik je helemaal niks. Het is zoeken naar een balans”, zegt Annemarie van Wezel. Zij is hoogleraar Milieukwaliteit en Gezondheid aan de Universiteit Utrecht.
Waterdieren gaan dood door cocktails van middelen
Van Wezel zit ook in het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). Een hele mond vol, maar kortgezegd de instantie die beoordeelt welke bestrijdingsmiddelen in Nederland gebruikt mogen worden. Biociden horen daar ook bij: bijvoorbeeld desinfectie- of schimmelbestrijdingsmiddelen, die veel in keukenkastjes te vinden zijn.
Bij de toelating van een middel kijkt het Ctgb naar het individuele bestrijdingsmiddel. Naar het totaal aan aanwezige middelen in het milieu kijkt het college niet. Terwijl juist die mix aan bestrijdingsmiddelen in bijvoorbeeld het water ervoor zorgt dat veel planten en dieren doodgaan, zoals je in het verhaal hieronder kunt lezen.
“Die ‘cocktails’ zijn zeker relevant”, zegt Van Wezel. “We proberen bij het Ctgb te signaleren hoe de wetgeving kan verbeteren, maar we zijn wel gebonden aan de huidige wetgeving.” Met andere woorden: als in de wet staat dat bepaalde middelen toegestaan zijn, dan kan het Ctgb niet bepalen dat die middelen toch niet op de markt mogen worden toegelaten.
Ook lastig is dat niet altijd duidelijk is welke mix van bestrijdingsmiddelen een giftige cocktail vormt. “Wisten we dat maar”, verzucht Van Laar.
Rechters streng over gebruik bestrijdingsmiddelen
Hoewel bepaalde middelen zijn toegelaten, moet er strenger gekeken worden naar de schade die bestrijdingsmiddelen aanrichten, oordeelden twee rechters in de afgelopen maanden. Deze zomer oordeelde de rechter dat een Limburgse lelieteler drie jaar lang geen pesticiden mag gebruiken. Het is volgens de rechter niet duidelijk wat het risico is op parkinson en andere ziektes.
In april was het de Raad van State (de hoogste bestuursrechter) die vond dat lelietelers in Drenthe een natuurvergunning hadden moeten aanvragen voor het gebruik van pesticiden.
Als onduidelijk is welke gevolgen bestrijdingsmiddelen hebben op de natuur, is zo’n vergunning nodig. Dat kan grote gevolgen hebben voor telers. LTO sprak van een uitspraak die in de praktijk “onuitvoerbaar” is.
Neuroloog Van Laar vindt dat de uitspraken van de rechter “hoop bieden”. “Dat zijn heel belangrijke uitspraken. Want het wordt steeds duidelijker dat we voorzichtiger moeten zijn.”
Veel mogelijkheden om geen pesticiden te gebruiken
Van Wezel vindt dat boeren soms te snel naar de gifspuit grijpen. “Heel veel agrariërs zijn nog opgeleid met het idee dat het vanzelfsprekend is om pesticiden te gebruiken. Terwijl er heel veel mogelijkheden zijn om geen chemische middelen te gebruiken”, zegt de hoogleraar.
“Door een andere inrichting van de landbouw denk ik dat je het gebruik van pesticiden sterk kunt verminderen”, stelt ze. “Bijvoorbeeld door gebruik te maken van natuurlijke vijanden en groenere middelen, maar ook door preciezere toediening wanneer chemie wel nodig is. Daar ben ik absoluut voor.”
Om het gebruik van bestrijdingsmiddelen te minderen, zijn politieke besluiten nodig. “Dat kan sneller dan het nu gaat. Maar dat heeft ook te maken met draagvlak en een sterke lobby”, zegt Van Wezel.
Ook Van Laar ziet die sterke lobby. Hij heeft “niet de illusie” dat er binnenkort geen bestrijdingsmiddelen meer worden gebruikt. Er zijn volgens hem te veel financiële belangen om in de landbouwsector zomaar te stoppen met bestrijdingsmiddelen.
“We gaan door tot het tegendeel bewezen is, wordt altijd gezegd”, stelt de neuroloog. “Maar stel je voor dat je woont bij zo’n akker waar lelies worden geteeld. Dan ben je toch aardig de sjaak.
Dit artikel is op 24-08-2025 gepubliceerd op Nu.nl
Nederland beschermt burgers niet genoeg tegen risico’s op parkinson, oordeelt gerechtshof
In een uitspraak over pesticiden bij lelieteelt geeft het gerechtshof in Den Bosch de wetgever en de toelatingsorganisatie een veeg uit de pan. De middelen zijn niet getoetst op risico’s op parkinson of ontwikkelingsstoornissen bij jonge of ongeboren kinderen.
Een boer in het Limburgse Sevenum mag de komende drie jaar geen bestrijdingsmiddelen gebruiken bij de teelt van lelies. Het gerechtshof in ’s-Hertogenbosch oordeelde dinsdag dat de boer een bijzondere zorgplicht heeft voor direct omwonenden en dat hij een onrechtmatige daad pleegt als hij volgens plan in 2027 een van zijn akkers in de buurt van een woonwijk gebruikt voor lelieteelt.
In zijn uitspraak in hoger beroep geeft het hof de Nederlandse staat een stevige tik op de vingers. De regelgeving in Nederland schiet tekort om kwetsbare groepen te beschermen tegen risico’s voor de gezondheid bij het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, stelt het hof.
Voorzorgsbeginsel
Tijdens de toelatingsprocedure voor de middelen die de lelieteler wil gebruiken is geen onderzoek gedaan naar risico’s op de ziekte van Parkinson en andere neurodegeneratieve ziektes, en op ontwikkelingsstoornissen voor jonge of ongeboren kinderen. Dat had wel gemoeten, oordeelt het hof, omdat de middelen een potentieel gevaar opleveren voor het ontstaan van deze ziektes.
In geval van twijfel kan de overheid het voorzorgsbeginsel toepassen door het gebruik van middelen te beperken of te verbieden. Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) had daarom wetenschappelijke deskundigen om een risicobeoordeling moeten vragen. Zo’n beoordeling is verplicht als gevolg van een uitspraak van het Europees Hof van Justitie.
Geen adequate nationale wetgeving
Een teler moet erop kunnen vertrouwen dat bij het gebruik van toegelaten middelen geen reëel gevaar op gezondheidsschade bestaat, zegt het hof. Maar bij de boer in Sevenum is hiervan geen sprake, omdat Nederland zich niet aan de Europese verplichting voor een risicobeoordeling heeft gehouden.
Daar komt nog bij dat Nederland volgens het hof een Europese richtlijn over duurzaam gebruik van pesticiden niet goed in de nationale wetgeving heeft verwerkt. Volgens die richtlijn moet een lidstaat het gebruik van pesticiden minimaliseren in gebieden met kwetsbare groepen als kinderen, ouderen en zwangere vrouwen. In plaats daarvan heeft Nederland een algeheel verbod op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen ingevoerd, maar daarvan is onder andere gebruik in de landbouw uitgezonderd.
GroenLinks-PvdA: Goed nieuws
In mei vorig jaar oordeelde de rechtbank in Roermond al dat de boer in Sevenum geen gif mocht spuiten. Die zaak was aangespannen door 35 omwonenden. Op advies van LTO Nederland en de Koninklijke Algemene Vereniging voor Bloembollencultuur (KAVB) ging de boer in hoger beroep bij het gerechtshof. Dat bevestigt het spuitverbod en legt de bal nu bij de wetgever.
“De uitspraak is goed nieuws voor mensen die zich zorgen maken over hun gezondheid, en ook voor de natuur”, zegt Tweede Kamerlid Laura Bromet (GroenLinks-PvdA) in een reactie. “Belangen als volksgezondheid, voedselzekerheid en een gezonde natuur moeten veel zwaarder gaan wegen. Met deze uitspraak in de hand is wetgeving de volgende logische stap. Dat zal van het volgende kabinet moeten komen. Het huidige kabinet laat boerenbelangen zwaarder wegen dan volksgezondheid.”
“We zijn enorm opgelucht”, zegt omwonende Carel Otten. “We hopen dat de overheid overmatig pesticidengebruik rondom woningen gaat verbieden, zodat wij niet meer tegenover telers in de rechtbank hoeven te staan.”
114 kilo pesticiden per hectare
De omwonenden kregen steun van Aardige Buren, een coalitie van maatschappelijke organisaties die bewoners helpt op te komen voor een gezonde leefomgeving. De organisatie wijst erop dat de toelatingsprocedure voor pesticiden hiaten bevat en dat de overheid nalatig is.
Boeren telen vaak lelies als ‘tussengewas’, om te voorkomen dat de grond uitgeput raakt door de teelt van steeds dezelfde gewassen. Met een goede oogst kan de grond herstellen én valt er goed te verdienen. Telers voeren geregeld aan dat ze maar eens in de zoveel jaar spuiten wat voor lelies nodig is, en dan alleen van mei tot september. Aardige Buren stelt daartegenover dat voor de lelieteelt 114 kilo pesticiden per hectare nodig is, tegen 25 kilo bij tulpen, 8 bij aardappelen en 3 bij tarwe.
Dit artikel is op 22-07-2025 gepubliceerd in Trouw.