Juridische mogelijkheden
Civiel recht
Wat zijn de mogelijkheden om actie te ondernemen tegen intensief pesticidengebruik in het civiel recht?
Een civielrechtelijke procedure met betrekking tot risico’s voor de gezondheid vanwege vervuiling van het milieu, zal veelal zijn gebaseerd op een onrechtmatige daad. Dat betekent dat een bedrijf met zijn activiteiten onrechtmatig handelt door daarmee een gevaar voor anderen te creëren. Dat kan zijn doordat het bedrijf handelt in strijd met wettelijke voorschriften, maar ook doordat dergelijke activiteiten op deze manier en onder deze omstandigheden uitvoeren niet (meer) past in de samenleving.
Als het kwaad al is geschied – de vervuiling heeft plaatsgevonden en iemand heeft daardoor gezondheidsklachten gekregen – zal de insteek van de procedure het verkrijgen van schadevergoeding zijn. Schade van deze persoon die is veroorzaakt door de vervuiling – denk aan medische kosten, maar ook misgelopen inkomen doordat deze persoon vanwege de gezondheidsklachten minder kan werken – zou het bedrijf dan moeten vergoeden. Een dergelijke zaak wordt dus achteraf gevoerd, in ieder geval in het stadium dat duidelijk is dat er schade is geleden door de vervuiling. Dit zal dan in een bodemprocedure gebeuren.
In het geval dat de vervuilende activiteiten nog moeten beginnen of bezig zijn, kan de rechter ook worden gevraagd om deze activiteiten te verbieden. Dat zal dan gebeuren in een kort geding. Dat is een procedure met een korte doorlooptijd. Het is belangrijk om het verbod zo snel mogelijk te krijgen, zodat de schadelijke activiteiten ook zo snel mogelijk stoppen. Een bodemprocedure zal veel te lang duren. In principe wordt in een kort geding op korte termijn een zitting gehouden en daarna volgt binnen een aantal weken de uitspraak.
Bij de teelt van bloembollen zal in een procedure de rechter worden gevraagd om de teler (of degene die de bestrijdingsmiddelen gebruikt) een verbod op te leggen om bestrijdingsmiddelen te gebruiken. Dat zal dus in een kort geding moeten. Voordat uitspraak wordt gedaan in een bodemprocedure zal het betreffende teeltseizoen al voorbij zijn.
De bedoeling van deze kortgedingprocedure is dan dat gezondheidsschade wordt voorkomen. Het is daarbij van belang dat voor de rechter voldoende aannemelijk is dat het gebruik van bestrijdingsmiddelen in deze omstandigheden gezondheidsschade kan veroorzaken.
In procedures over lelieteelt, waarbij heel veel bestrijdingsmiddelen worden gebruikt, gaat het erom of het gebruik van bestrijdingsmiddelen in de omstandigheden van de betreffende zaak dusdanig veel risico voor de gezondheid van omwonenden oplevert dat dit gebruik moet worden verboden. De teler zal stellen dat hij niks verkeerd doet, want hij gebruikt middelen die zijn toegestaan door de overheid. Het gaat er in de procedure dan ook vooral om de rechter te overtuigen dat dit gebruik een gevaar is voor de gezondheid, ondanks dat het gebruik op dit moment nog is toegestaan.
In de wetenschap wordt er steeds meer op gewezen dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat blootstelling aan bestrijdingsmiddelen, met name ook als deze worden gemengd om als ‘cocktail’ te worden gespoten, neurodegeneratieve aandoeningen kan veroorzaken, zoals Parkinson en alzheimer. Ook kan de neurologische ontwikkeling van kinderen worden aangetast. Er is dringend meer onderzoek hiernaar nodig. Bij de toetsing door de overheid of een bestrijdingsmiddel moet worden toegelaten voor gebruik in de landbouw, worden deze gevolgen niet of onvoldoende onderzocht. De toetsing van bestrijdingsmiddelen is dus onvolledig. Zo wordt het gebruik van bestrijdingsmiddelen toegestaan die toch heel schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid.
Hier speelt het voorzorgsbeginsel een rol. Dit beginsel houdt in dat er maatregelen moeten worden genomen als iets mogelijk schadelijk is voor het milieu of de gezondheid, maar dat nog niet met wetenschappelijke zekerheid is vastgesteld. Het is dus nog onzeker of bijvoorbeeld een bepaald bestrijdingsmiddel schadelijk is voor de gezondheid, maar het gebruik daarvan kan niet worden toegestaan zolang die onzekerheid er nog is, want het kan zo zijn dat naderhand blijkt dat het inderdaad schadelijk is. Dit beginsel biedt de rechter een grondslag om het gebruik van bestrijdingsmiddelen dichtbij woningen te beperken. Er zijn immers duidelijke aanwijzingen dat bestrijdingsmiddelen schadelijk kunnen zijn voor de gezondheid.
Uiteindelijk zal ook in procedures die achteraf worden gevoerd, en waar dus schadevergoeding wordt gevraagd, het belangrijk zijn om aan te tonen dat de gezondheidsklachten die zijn ontstaan, zijn veroorzaakt door de gebruikte bestrijdingsmiddelen. Daarbij moet ook worden bedacht dat aandoeningen als alzheimer en Parkinson zich pas vele jaren na het moment van vervuiling kunnen openbaren.
Kan je zelf als burger of als groep een zaak starten, of is het verplicht om een advocaat in te schakelen?
Het civiele recht kent (voor de meeste zaken) een verplichte procesvertegenwoordiging. Dan heb je dus een advocaat nodig. Een aansprakelijkstelling kan je zelf versturen. Maar op het moment dat je een procedure start bij de rechtbank, dan heb je volgens de wet meestal een advocaat nodig.
Hoelang duurt een gemiddelde procedure?
Een bodemprocedure (een normale procedure) duurt, afhankelijk van hoe ingewikkeld de zaak is en bij welke rechtbank de zaak aanhangig is, gemiddeld één tot anderhalf jaar. Daarna kan nog hoger beroep worden ingesteld en cassatie. Daardoor kan een civiele procedure soms wel 3 tot 5 jaar duren, en in heel ingewikkelde zaken nog langer. De uitzondering is een kort geding, als er sprake is van een acute situatie waarin onmiddellijk moet worden opgetreden. In een kort geding heb je vaak binnen enkele weken tot maanden een vonnis.
Wat kost een gemiddelde procedure en hoe zou dat kunnen worden gefinancierd?
Civiele procedures zullen doorgaans het duurst zijn vanwege de procesvertegenwoordiging (verplichte advocaat) en omdat de bewijslast meestal bij de eisende partij ligt. Hierdoor ben je al snel tussen de 5.000 en 15.000 euro kwijt voor bijvoorbeeld een (redelijk eenvoudig) kort geding. Indien je dit als groep omwonenden niet bij elkaar kunt brengen, mail dan naar info@aardigeburen.nl. Dankzij onze donateurs zijn er mogelijkheden om kansrijke zaken te ondersteunen.
Bestuursrecht
Wat zijn de mogelijkheden om actie te ondernemen tegen intensief pesticidengebruik in het bestuursrecht?
Bestuursrecht is het recht dat geldt tussen de overheid en de burger. De overheid kan bijvoorbeeld het College van burgemeester en wethouders van een gemeente zijn, Gedeputeerde Staten van een provincie, een minister, of zelfs de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit. Wanneer deze overheid een besluit neemt dat de burger raakt (denk bijvoorbeeld aan handhavend optreden tegen de burger), of wanneer de burger iets wil hebben van de overheid (zoals een vergunning), kan wordt dit juridisch uitgestreden in het bestuursrecht.
Het bestuursrecht geeft aan de ene kant regels waar iedereen zich aan moet houden (ook de overheid), en aan de andere kant geeft het overheden de mogelijkheid – als het ware; gereedschap – om zaken zoals bescherming van het milieu te regelen (door regels te stellen over bijvoorbeeld natuurbescherming, milieubelastende activiteiten en dergelijke).
Wanneer een burger actie wil ondernemen tegen milieuverontreiniging of gezondheidsrisico’s, zijn er in het bestuursrecht twee routes mogelijk. Allereerst is er de route van de handhavende overheid. Het bestuursrecht kent veel regels over milieugerelateerde zaken. Dit zijn regels over wat wel en niet mag worden gedaan door de burger en de overheid zelf. Als een burger ziet dat deze regels worden overtreden, kan de burger aan het overheidsonderdeel dat moet toezien op naleving van deze milieuregels vragen om handhavend op te treden. In veel gevallen is de overheid daar dan ook toe verplicht, om de overtreding te beëindigen.
In het geval van lelieteelt of het gebruik van bestrijdingsmiddelen kunnen deze regels waaraan de teler zich moet houden op veel plaatsen worden gevonden. Zo kan worden gedacht aan de Omgevingswet, het Besluit activiteiten leefomgeving, de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, maar ook het Europees bestuursrecht (waaronder het voorzorgsbeginsel valt). Als de burger van mening is dat een ander de regels/normen overtreedt, kan om handhaving worden gevraagd. Belangrijk bij deze procedures is dat de overtreding van de norm goed duidelijk kan worden gemaakt.
De tweede route houdt in dat de overheid door de burger wordt gevraagd om regels te geven waarmee mens en/of milieu worden beschermd. Dit kan de route van de regelende overheid worden genoemd. In het geval van lelieteelt of bestrijdingsmiddelengebruik kan bijvoorbeeld worden gevraagd om beschermende maatregelen. Het is dan wel belangrijk dat wordt beargumenteerd dat deze bescherming nodig is. Bijvoorbeeld omdat sprake is van gevaar of een sterke dreiging van gevaar. Dit is echter niet altijd even makkelijk.
Voor- en nadelen van het bestuursrecht bij bescherming van milieu en gezondheid
Het voordeel van het bestuursrecht is dat de burger een juridisch traject tegen de overheid start, omdat deze moet handhaven of beschermende maatregelen moet nemen. Er wordt dus niet direct tegen een teler of gebruiker van bestrijdingsmiddelen opgetreden. Hierdoor bestaat in beginsel geen risico op een proceskostenvergoeding die moet worden betaald bij een onsuccesvolle procedure. Daarnaast kan een positief oordeel tot gevolg hebben dat bijvoorbeeld het bestrijdingsmiddelengebruik voor langere tijd aan banden wordt gelegd.
Een ander voordeel is dat géén advocaat noodzakelijk is. Iedere burger kan zelf zijn procedures voeren voor de bestuursrechter, omdat de bestuursrechter volgens de wet de argumenten van de burger moet ‘vertalen’ naar rechtsgronden. Het bestuursrecht kan echter wel heel ingewikkeld worden, waardoor het in beginsel is aan te raden om juist wél een (gespecialiseerde) advocaat te raadplegen.
Het nadeel van het bestuursrecht is het langdurige traject. Een verzoek om te handhaven of het verzoek om maatregelen te treffen, is – juridisch vertaald – een aanvraag. Na een aanvraag volgt een besluit. Als de burger het hier niet mee eens is, of een andere burger is het er niet mee eens, dan volgt een bezwaarprocedure, en eventueel een beroepsprocedure bij de rechtbank en een hoger beroep bij de Raad van State in Den Haag. Dit leidt ertoe dat bestuursrechtelijke procedures lang kunnen duren, en veel kosten voor advocaten en deskundigen met zich kunnen dragen. Het bestuursrecht is dan ook niet de aangewezen route om snel een definitief oordeel te krijgen. Het is de langzame, maar vaak verstrekkende, methode om milieu- en gezondheidsschade te voorkomen.